Dodehoekongevallen

Bewust zijn van de gevaren

De fiets heeft het laatste decennium meer en meer zijn intrede gedaan. De fiets wordt vaak gebruik ter vervanging van de wagen om de woon-werk verplaatsing goedkoper te houden. Anderzijds wordt de fiets vaak gebruikt als hobbyinstrument. Vele mensen willen gezond leven door te sporten. Recreatief fietsen staat hoog aangeschreven bij de Belgen. Er zijn er die met de racefiets individueel  in groep of vele kilometers op hun teller schrijven. Andere nemen hun fiets om te genieten van de omgeving gecombineerd met af en toe een halt in te roepen om hun dorst te lessen of hun maag te spijzen. Iedereen heeft dus wel zijn reden om de fiets te gebruiken. Bij warm of droog weer stijgt natuurlijk de drang om te fietsen, wat uiteraard de kans op incidenten, spijtig genoeg, vergroot.

Ieder jaar worden er fietsers zwaar gewond door dodehoekongevallen. Erger nog jaarlijks vallen er dodelijke slachtoffers die te wijten zijn aan dodehoekongevallen.

Dodehoekongevallen (ook wel bekend als “blind spot” ongevallen) zijn verkeersongevallen die plaatsvinden wanneer een voertuig, meestal een auto of vrachtwagen, een ander voertuig, fietser, voetganger of object raakt dat zich in de dode hoek van de bestuurder bevindt. De dode hoek verwijst naar het gebied rondom een voertuig dat niet direct zichtbaar is voor de bestuurder, zelfs niet met behulp van zijspiegels.

Dodehoekongevallen kunnen ernstige gevolgen hebben omdat bestuurders vaak niet op de hoogte zijn van de aanwezigheid van andere weggebruikers in die zone. Deze ongevallen kunnen gebeuren bij het veranderen van rijstrook, afslaan, invoegen op de snelweg of gewoon tijdens normaal rijden in stedelijke omgevingen waar veel verkeer is.

Het voorkomen van dodehoekongevallen vereist samenwerking en bewustwording van alle weggebruikers. Zowel bestuurders als andere verkeersdeelnemers moeten zich bewust zijn van de gevaren van dode hoeken en proactieve stappen ondernemen om deze risico’s te minimaliseren.

Voorkomen is beter dan genezen.

Om de drie dagen vindt in Vlaanderen een dodehoekongeval plaats.

Om ongevallen met dode hoeken te voorkomen, worden er verschillende maatregelen en oplossingen aangeraden:

Bewustwording: Bestuurders moeten zich bewust zijn van de dode hoeken van hun voertuigen en regelmatig gebruikmaken van alle beschikbare spiegels om hun omgeving in de gaten te houden.

Rijvaardigheid: Het goed beheersen van rijvaardigheden, zoals correct gebruik van spiegels en het maken van schouderchecks voordat van rijstrook wordt gewisseld, kan het risico op dodehoekongevallen verminderen. Duidelijk “over de schouder kijken” alvorens af te slaan kan het risico op dodehoekongevallen verminderen.

Technologische hulpmiddelen: Moderne voertuigen worden vaak uitgerust met dodehoekwaarschuwingssystemen, die bestuurders waarschuwen wanneer zich een object in hun dode hoek bevindt. Sommige systemen kunnen zelfs actief ingrijpen om een aanrijding te voorkomen.

Verkeerseducatie: Het is belangrijk dat weggebruikers, vooral fietsers en voetgangers, leren over de gevaren van dode hoeken en hoe ze zich veilig kunnen gedragen rond grote voertuigen.

Infrastructuur en stadsplanning: Steden kunnen maatregelen nemen om het ontwerp van wegen en kruispunten te verbeteren om dodehoekongevallen te voorkomen, zoals het aanleggen van speciale fietspaden en voetgangersoversteekplaatsen. Volgens mijn mening een maatregel die absoluut prioriteit zou moeten krijgen.

Kruispunten aanpassen

Sommige verkeersdeskundigen of politici pleiten voor nog meer “zone 30” gebieden in het verkeer. Maar is dit wel de juiste maatregel? Mijn opinie ijvert voor een constructief aanpassen van kruispunten waar bestuurders en zwakke weggebruikers samen aan het verkeer deelnemen. Omdat dat ik van mening ben dat bij een té veel creëren van “zone 30” gebieden het gevaar schuilt dat de fietser uiteindelijk sneller gaat rijden dan de auto of vrachtwagen. Mijn mening is er bovendien niet zomaar gekomen. Het is niet de eerste keer dat ik een bestuurder van een speed pedelec een auto zie inhalen in een “zone 30”. Ik heb zelfs persoonlijk ervaren dat ik met mijn wagen in een drukke stadsomgeving werd ingehaald, zowel links als rechts, door enerzijds een elektrische fiets en anderzijds een speed pedelec. Ik kan u verzekeren dat het dan pas écht gevaarlijk wordt. Een mens heeft tenslotte maar twee ogen en over de schouder kijken, tegelijk links en rechts, dat wordt een delicate kwestie. Trouwens men verwacht niet dat men ook rechts ingehaald wordt, omdat dat dit in de meeste gevallen verboden is volgens het verkeersreglement. Dit geldt dus voor iedere bestuurder. Daarom opletten met het voorstel om de bestuurders van wagens en vrachtwagens nog méér te verplichten om trager te rijden.

Wat het constructief aanpassen van kruispunten betreft, begrijp ik dat dit een kostelijke affaire zal worden. Ik stel daartegenover de vraag: “Wat kost één mensenleven?” Misschien even bij stilstaan.  En het betreft hier jaarlijks meerdere slachtoffers. Elk verkeersslachtoffer is er één té véél !!! Dus wat mij betreft mag het aanpassen van kruispunten best wat geld kosten.

Tot slot blijft het uiteraard belangrijk voor zowel bestuurders als andere weggebruikers om alert te zijn en zich bewust te zijn van de gevaren van dode hoeken om zo de veiligheid op de weg te vergroten.

Rudi Leysen

Delen:

Gerelateerde berichten

Selectie van de Rode Duivels

Analyse Een blik op de oplossing voor de defensie en het elftal van de toekomst De verdediging: frisse wind op de flanken De nationale selectie van de Rode Duivels staat al enige tijd voor een

Lees meer

Toeristentoren en Snepkensvijver

Op moederkesdag, met een heldere ochtend vertrok ik voor een verkwikkende wandeling in het hart van de Antwerpse Kempen. Mijn tocht begon bij de iconische Toeristentoren van Herentals, een houten uitkijktoren die fier boven de

Lees meer